Wat doet een nat jaar met het (onder)waterleven?


22 januari 2025

Het was nat, natter, natst. Verspreid over 2024 viel er extreem veel regen, nadat 2023 al het natste jaar ooit gemeten was. En dat heeft gevolgen voor het leven in en om het water, merken onze ecologen. Zo registreerden we flink minder gevallen van blauwalg. Al kan het voor de natuur soms ook té nat zijn.

Bauwalgen

Op zestien plekken werd vorig jaar blauwalg in ons werkgebied gemeld. Ter illustratie: in 2018, 2019 en 2022 – jaren met droge zomers – waren dat er twee tot bijna vier keer zoveel. ,,Niet gek, als je beseft dat een laag waterpeil, hoge watertemperatuur, veel zonlicht en stilstaand voedselrijker water het ideale klimaat vormen voor blauwalg”, zegt onze ecoloog Bart Brugmans.

Blauwalg.

Waar in 2024 wél blauwalg voorkwam, waren vooral de zogeheten geïsoleerde wateren – zoals stadswateren en poelen – waar in het jaar ervoor ook al sprake was van overmatige blauwalgengroei. Op die plekken is relatief weinig stroming en kunnen ze ’s winters gemakkelijker overleven. Zeker als het zoals vorig jaar naast nat ook vooral zacht weer was qua temperaturen.

Afvoeren van water gevolgen voor ecologie

Ook exotische woekeraars zoals de grote waternavel en de watercrassula gedijen daarbij, merkten we vorig jaar. Bart: ,,Die groeiden hard. Door alle regen en de daardoor ontstane hoge grondwaterstanden hebben we vooral water afgevoerd. Nooit eerder stuurden we in een jaar zoveel water af vanuit ons werkgebied naar de Maas. Ook dat heeft gevolgen voor de ecologie.”

Grote waternavel.

,,Daardoor zien we bijvoorbeeld dat migratie en voorplanting van bepaalde vissen op sommige plekken niet of minder is gelukt. Vislarven worden door die enorme stroming gewoon weggespoeld.”

Op andere plekken zien we dan weer dat de Amerikaanse rivierkreeft is ‘meeverhuisd’ naar bijvoorbeeld naastgelegen poelen, wanneer een waterloop buiten de oevers trad. Bovendien ging het onderhoud van natuurlijke gebieden (zoals ecologische verbindingszones) moeizamer vanwege de natte omstandigheden.

Amerikaanse rivierkreeft.

Uitzondering en extremen

Een nat jaar zoals 2024 is wel een uitzondering. Ook 2023 was bijvoorbeeld ‘nat’, maar kende in mei van dat jaar ook de langste aaneengesloten droge periode ooit gemeten.

Over een langere termijn zien we dan ook een tendens dat er steeds minder stroming is in bijvoorbeeld beken. Dat komt door periodes van aanhoudende droogte en droogval. Die komen steeds vaker voor, net als extreem natte periodes. Ook blijkt uit onderzoek van Wageningen Environmental Research dat de gemiddelde temperatuur van het oppervlaktewater in ons werkgebied stijgt. ,,In vergelijking met begin jaren 2000 zien we echt een verschil in de data.”

Bepaalde waterdiersoorten krijgen het door die twee zaken moeilijk en dreigen op plekken te verdwijnen. Bart: ,,Dan praat je over bepaalde soorten die houden van stroming of kou, zoals specifieke libellelarven, wantsen, haften en kokerjuffers.”

Nat gebied in Berlicum.

Maar er is ook goed nieuws

Tegelijkertijd is er ook goed nieuws. Waterdieren ondervinden volgens het onderzoek minder hinder van vervuiling, wat aangeeft dat het water op veel plekken schoner is geworden.

Belangrijke kanttekening: er moet wel nog veel gebeuren om aan de kwaliteitsdoelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027 te voldoen; niet alleen qua stoffen in het water, maar ook qua leefgebied voor vissen, andere waterdieren en planten. Dat doen we onder meer door beken meer te laten kronkelen (beekherstel), vispassages aan te leggen, oevers te verflauwen, verbindingen tussen natuurgebieden te realiseren en natuurvriendelijk beheer en onderhoud toe te passen, ook bij bijvoorbeeld baggeren waarnaar onlangs onderzoek is gedaan.

Terugkeer soorten

De verbeteringen in de waterkwaliteit die de afgelopen jaren al zijn doorgevoerd, bieden ondertussen kansen voor verdwenen waterdiertjes om terug te keren. In de afgelopen honderd jaar verdwenen diverse kleine, ongewervelde waterdiertjes door menselijk ingrijpen in het watersysteem en door slechtere waterkwaliteit. Sommige soorten, zoals de rivierfilterschietmot, zijn inmiddels al teruggekeerd.

Zeldzame Beekrombout libelle.

Ook zijn drie soorten geselecteerd om actief weer uitgezet te worden in Brabant: de bruintiphaft en twee typen beeksteenvliegen. ,,Die hebben een belangrijke rol in het functioneren van het ecosysteem, zoals de afbraak van in het water gevallen bladeren. Door deze soorten te herintroduceren worden ook andere soorten geholpen die deel uitmaken het voedselweb”, aldus Brugmans. Dat herintroduceren gebeurt samen met waterschappen De Dommel en Brabantse Delta. In ons werkgebied gaan we daarvoor dit jaar aan de slag bij een waterloop met geschikte omstandigheden.”