De effecten van het ontwerp
Wat is er onderzocht?
Er is bodemonderzoek uitgevoerd om de kwaliteit van de grond en het grondwater vast te stellen. Dit gebeurt met zowel een literatuuronderzoek als een veldonderzoek buiten, waarbij bodemmonsters worden geanalyseerd in een laboratorium.
Wat zijn de effecten en hoe beperken we die?
Milieuhygiënische bodemkwaliteit
Er zijn in het onderzoek geen bodemverontreinigingen aangetroffen. Bij graafwerkzaamheden zal men altijd alert zijn op de aanwezigheid van mogelijke verontreinigingen. Indien deze worden aangetroffen, wordt eerst een nieuw bodemonderzoek uitgevoerd voordat de werkzaamheden voortgezet worden.
Het ontwerp scoort neutraal (0) op het aspect milieuhygiënische bodemkwaliteit.
Grondverzet
Voor het ontwerp is minimaal grondverzet nodig: in dijkvak 1 wordt een deel van de bekleding vervangen door klei en het vrijkomende zand wordt lokaal verwerkt. Bij een heavescherm is veel minder grondverzet nodig bij bijvoorbeeld bij een brede berm. Er is mede daarom gekozen voor een heavescherm, zodat grootschalig grondverzet kan worden voorkomen. Maar er vindt wel (minimaal) grondverzet plaats in dijkvak 1, daarom scoort het aspect grondverzet hier negatief (-), in plaats van zeer negatief (--).
Wat is er onderzocht?
Op basis van de duurzaamheidsstrategie en de duurzaamheidsambities van het project is geïnventariseerd en afgewogen welke duurzaamheidsmaatregelen met het ontwerp kunnen worden gerealiseerd. Er is gekeken naar maatregelen op het gebied van circulariteit (hergebruik van materialen), energie en klimaat (beperken van energieverbruik en uitstoot van CO2) en ruimtelijke kwaliteit. Onder ruimtelijke kwaliteit verstaan we het totaal aan waarden van de omgeving, zoals biodiversiteit, cultuurhistorie, landschap en archeologie.
Wat zijn de effecten en hoe beperken we die?
Het stalen heavescherm wordt voor 96% geproduceerd uit schroot. Daarmee scoort het ontwerp zeer positief (++) op circulariteit.
Bij het produceren van het heavescherm komt wel veel CO2 vrij. De CO2 uitstoot van het ontwerp is dan ook veel hoger dan bij een heavescherm dat geproduceerd is uit kunststof. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat de productie van een stalen heavescherm meer energie vraagt dan de productie van een kunststof heavescherm. Het ontwerp scoort daarom zeer negatief (--) op emissies. Wel zal een deel van de uitvoering emissieloos worden uitgevoerd met elektrisch materieel.
Voor ruimtelijke kwaliteit geldt dat het ontwerp positief (+) scoort op biodiversiteit. Na plaatsing van het heavescherm wordt de afgegraven grond teruggeplaatst en ingezaaid met kruidenrijk mengsel als impuls voor een meer soortenrijke dijkbekleding.
Wat is er onderzocht?
De effecten van het ontwerp op het peil (de waterstand) en de kwaliteit van het grondwater en oppervlaktewater zijn onderzocht. De effecten ten aanzien van het grondwater- en oppervlaktewaterpeil zijn berekend met een grondwatermodel.
Wat zijn de effecten en hoe beperken we die?
Grondwater
Normaal stroomt het grondwater van de Maas in de richting van de polder. Het heavescherm blokkeert de stroming en heeft daarom een klein verdrogend effect direct achter de dijk en een klein vernattend effect in het voorland. Uit berekeningen blijkt dat direct naast het heavescherm een verlaging/verhoging van de grondwaterstand van 2 tot 5 cm kan plaatsvinden. De effecten zijn kleiner naarmate de afstand tot het heavescherm groter is. Op 50 m afstand zijn geen effecten meer berekend. Deze effecten zijn dusdanig klein dat ze wegvallen binnen de natuurlijke fluctuaties van het grondwaterpeil.
Bij de aanwezigheid van een kleilaag in de ondergrond zijn de effecten iets groter, maar beperkt tot een maximale toe- en afname van 15 cm tijdens een hoogwatergolf. Zonodig kunnen maatregelen worden getroffen om dit te mitigeren.
De score voor het ontwerp op het aspect grondwaterstand is negatief (-) exclusief mitigerende maatregelen. De score is neutraal (0) inclusief mitigerende maatregelen.
De kwaliteit van het grondwater wijzigt niet als gevolg van het ontwerp. Dit in tegenstelling tot wanneer voor een kunststof scherm zou zijn gekozen. Dan is er een verhoogde kans op microplastics in het grondwater. Bij het ontwerp met het stalen scherm zou hooguit sprake kunnen zijn van een lichte verhoging van het ijzergehalte in het grondwater, iets wat van nature al voorkomt. De score van het ontwerp voor de grondwaterkwaliteit is neutraal (0).
Oppervlaktewater
Op basis van de beperkte hierboven geschetste gevolgen voor de grondwaterstand worden geen negatieve effecten verwacht voor het oppervlaktewatersysteem.
Er zijn daarnaast ook geen effecten voor de oppervlaktewaterkwaliteit. De score voor oppervlaktewater is daarom neutraal (0).
Wat is er onderzocht?
Het is belangrijk dat de werkzaamheden aan de dijk veilig gebeuren. De aanwezigheid van kabels en leidingen in de grond kan zorgen voor een risico bij graafwerkzaamheden. Daarom is onderzocht welke kabels en leidingen er in de dijk liggen, en in hoeverre die in de weg liggen voor de werkzaamheden. Als dat zo is, wordt er samen met de kabel- en leidingbedrijven een plan gemaakt om de kabels en leidingen op een veilige manier af te sluiten en waar nodig op een andere plaats opnieuw te leggen.
Wat zijn de effecten en hoe beperken we die?
De waterkering wordt gekruist door twee waterleidingen. In theorie is het mogelijk dat tijdens werkzaamheden een leiding scheurt waarbij het water onder druk uit de leiding stroomt. Een grote hoeveelheid water die onder druk vrijkomt, kan de dijk verzwakken. Zo kan stabiliteit van de dijk in gevaar komen. Daarom is het belangrijk dat de werkzaamheden uitgevoerd worden met een minimaal risico voor de waterleiding. Dit kan bijvoorbeeld door ter plaatse van de leiding het heavescherm niet in de grond te trillen, maar te drukken.
Wanneer het heavescherm eenmaal is geplaatst, is het risico op het instabiel worden van de kering als gevolg van het breken van een waterleiding minimaal. Het ontwerp, met het stalen heavescherm, zorgt namelijk voor extra stevigheid, terwijl een kunststof heavescherm geen druk kan opvangen en zal breken.
Het ontwerp met het stalen heavescherm scoort positiever dan een kunststofscherm op het aspect leidingen. Maar de uiteindelijke score is negatief (-).
De dijk wordt ook gekruist door diverse middenspanningsverbindingen. Voor de werkzaamheden is het nodig de kabels op te graven en te verleggen. Het aanbrengen van een stalen scherm nabij een middenspanningsverbinding is gevaarlijk als deze middenspanningsverbindingen nog onder stroom staan. Daarom moeten deze kabels afgeschakeld worden voor de start van de werkzaamheden.
Het ontwerp scoort zeer negatief (--) op het aspect kabels.
Wat is er onderzocht?
De effecten van het ontwerp op landschap, cultuurhistorie en archeologie zijn onderzocht. Dit gebeurt door de, voor deze onderwerpen, waardevolle elementen in beeld te brengen en te beoordelen wat de gevolgen van de dijkverbetering zijn op deze elementen. Het gaat voor landschap bijvoorbeeld om het Oude Maasje en de bakenbomen langs de Maas.
Voor cultuurhistorie gaat het om onder andere over de bedijking van het Oude Maasje, de dijken die zijn aangelegd als gevolg van meerdere grote overstromingen en het afwateringskanaal ’s Hertogenbosch-Drongelen. Hieraan gerelateerde elementen zijn onder andere de nieuwe dijken langs de Bergsche Maas, het gemaal en sluizencomplex Gansoyen, de Genderensche Sluis en de loswal met toegangsweg in de uiterwaard in het westen van het projectgebied.
De waardevolle elementen voor archeologie bevinden zich onder de grond. Daarom is er een bureaustudie en een veldonderzoek uitgevoerd op zoek naar de bewoning op de oevers van het Oude Maasje en de Dussense stroomgordel. Eventuele resten, zoals rituele deposities (offers aan goden of bovennatuurlijke machten), dumps, scheepswrakken en voordes (oversteekbare plaatsen in de rivier), kunnen dateren vanaf de Romeinse tijd (Oude Maasje) of de Late Bronstijd (Dussen).
Wat zijn de effecten en hoe beperken we die?
Landschap
Voor landschap zijn er geen effecten omdat het landschap intact blijft. De algehele ruimtelijke beleving blijft behouden. Het ontwerp scoort daarom neutraal (0) op landschap.
Cultuurhistorie
Het enige effect met betrekking tot cultuurhistorie is de kap van één lindeboom aan de Heusdenseweg. Omdat het om één boom gaat, wordt de doorgaande lijn van bomen niet aangetast. De score voor het ontwerp op cultuurhistorie is daarmee neutraal (0).
Archeologie
De bodem van het projectgebied is door onder andere landbouwactiviteiten reeds verstoord tot een diepte variërend van 10 centimeter tot maximaal 160 centimeter onder maaiveld. Dat betekent dat de bodem in het verleden is geroerd, en dat eventuele archeologische lagen waarschijnlijk verloren zijn gegaan. Er zijn in het veldonderzoek dan ook geen archeologische vondsten aangetroffen. Dat betekent niet dat ze er helemaal niet zijn. Het veldonderzoek heeft pleksgewijs plaatsgevonden, dus niet het hele gebied is in beeld gebracht.
Omdat de zone waar het heavescherm de grond ingaat heel smal is, is de kans op (verdere) verstoring van de archeologie of het alsnog doen van een archeologische vondst niet zo groot. Desondanks worden de werkzaamheden op plaatsen waar de bodem niet geroerd is, uitgevoerd onder archeologische begeleiding. Dit betekent dat er een archeoloog meekijkt tijdens de graafwerkzaamheden. Dit wordt verder uitgewerkt in een vooraf op te stellen programma van eisen.
De score is negatief (-) op het aspect archeologie, omdat er graafwerkzaamheden plaatsvinden in de ondergrond. De effecten worden zoveel mogelijk beperkt (gemitigeerd) door te werken onder archeologische begeleiding. Inclusief archeologische begeleiding scoort de variant neutraal (0) op archeologie.
Wat is er onderzocht?
De effecten van de dijkverbetering op de Natura 2000 en beschermde planten- en dierensoorten zijn onderzocht. Voor de Natura 2000 is een berekening opgesteld met speciale software, de zgn. Aerius berekening. Voor beschermende soorten is een quick scan en ecologisch veldonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de regels van het Rijk en de provincies.
Daarnaast is gekeken naar de effecten op het Natuurnetwerk Brabant (NNB) en houtopstanden.
Wat zijn de effecten en hoe beperken we die?
Natura 2000
De dichtstbijzijnde Natura 2000 gebieden liggen op ca. 5 km afstand van het project. Verstoringsfactoren zoals geluid, licht en optische verstoring tijdens de aanlegfase hebben geen effect op de natuur. Voor de effecten van stikstof op de Natura 2000, als gevolg van de uitvoering werkzaamheden aan de dijk, is berekend dat er geen significant negatieve effecten worden verwacht. De score van het ontwerp op Natura 2000 gebieden is daarom neutraal (0).
Natuur Netwerk Brabant
De dijkverbetering ligt naast enkele gebieden met de status Natuurnetwerk Brabant, zoals een wilgenstrook, het Oude Maasje (deels) en de Maas zelf. Zie ook het figuur hieronder.
De maatregelen vinden plaats buiten het Natuur Netwerk Brabant en tasten daarmee geen ecologische waarden en kenmerken van deze natuur aan. Met name een smalle wilgenstrook ligt erg dicht bij de dijk. Door te kiezen voor een ontwerp met een heavescherm hoeft de wilgenstrook niet te worden gekapt, waar dat met bijvoorbeeld een de aanleg van een brede berm aan de dijk wel nodig was geweest.
De score is daarom neutraal (0).
Planten- en dierensoorten
Onder de Omgevingswet worden in het wild levende dier- en plantensoorten beschermd. In het projectgebied zijn diverse soorten vleermuizen aangetroffen in de bomen langs de Heusdenseweg. In het ontwerp wordt één boom gekapt. Ondanks deze kap blijft de vliegroute langs de Heusdenseweg intact en is er geen negatief effect op vleermuizen. Mede om deze reden is voor een ontwerp gekozen waarbij het minste aantal bomen gekapt hoeven te worden. Om vliegroutes niet te verstoren worden de werkzaamheden bij daglicht uitgevoerd, of in de winterrustperiode van de vleermuis (november tot maart).
Daarnaast moet rekening gehouden worden met broedende vogels in de periode maart tot en met juli. Mogelijk moeten er maatregelen getroffen worden om negatieve effecten op broedende vogels te beperken (mitigerende maatregelen). Dit geldt in ieder geval voor de roek, die is aangetroffen aan de oostzijde van het projectgebied. Hier mogen tijdens het broedseizoen geen verstorende werkzaamheden plaatsvinden.
De score van het ontwerp op soorten is negatief (-) zonder mitigerende maatregelen en neutraal (0) met mitigerende maatregelen.
Houtopstanden
Er wordt één boom gekapt omdat het heavescherm de Heusdenseweg moet kruisen. Deze boom bevindt zich in de gemeente Waalwijk. Er is gekozen voor een ontwerp waarbij de Heusdenseweg zodanig wordt gekruist, dat het slechts gaat om één boom. De kap van deze boom wordt financieel gecompenseerd.
De score van het ontwerp voor houtopstanden is negatief (-).
Wat is er onderzocht?
Afhankelijk van welke principe-oplossing (het voorkeursalternatief) voor de dijkverbetering wordt gekozen en hoe het ontwerp daarna verder wordt ingevuld, is er meer of minder ruimte nodig. Deze ruimte voor de dijk gaat ten koste van de achter de dijk liggende landbouwgrond.
Zo heeft een brede berm aan de dijk een grotere ruimtevraag dan het plaatsen van een heavescherm in de dijk. In de verschillende fasen van het project is gekeken naar en gerekend aan deze ruimtevraag.
Wat zijn de effecten en hoe beperken we die?
Als principe-oplossing heeft het plaatsen van een heavescherm het kleinste ruimtelijke effect. Voor het plaatsen van een heavescherm is slechts tijdelijk een ruimtegebruik benodigd van 30 meter. Wanneer het heavescherm in de grond is geplaatst, wordt de dijk weer hersteld.
Mede daarom is gekozen voor het heavescherm, en niet voor bijvoorbeeld een brede berm.
Ook is extra grondonderzoek gedaan en zijn berekeningen gemaakt om de opgave voor de stabiliteit van de dijk (macrostabiliteit) beter in kaart te brengen. Daaruit bleek dat de dijk stabiel genoeg is, en dat er dus geen ruimte nodig is voor extra stabiliteitsmaatregelen.
Het ontwerp scoort neutraal (0) op ruimtegebruik.
Wat is er onderzocht?
Tijdens de werkzaamheden aan de dijk is het de verwachting dat er hinder voor de omgeving ontstaat. Er is in beeld gebracht welke typen hinder worden verwacht en er is een inschatting gemaakt van de mate van hinder. Beoordeeld is of de mate van hinder binnen gestelde normen, zoals bijvoorbeeld gesteld in het Besluit kwaliteit leefomgeving, zal blijven.
Wat zijn de effecten en hoe beperken we die?
Geluid
De werkzaamheden zorgen voor extra geluidbelasting, wat kan leiden tot geluidhinder. Dit is alleen zo tijdens de uitvoering van het project. De werkzaamheden vinden doorgaans plaats op weekdagen tijdens de daguren (dus niet in het weekend). Daarbuiten is geen extra geluidbelasting te verwachten. Vanwege het nabijgelegen dorp Doeveren zal in dijkvak 3 en 4 de geluidsbelasting voor de meeste overlast zorgen. Door de inzet van elektrisch materieel zal dit minder zijn dan bij gebruik van regulier bouwmaterieel, omdat elektrisch materieel minder decibel (dB) geluidsbelasting produceert.
Omdat er sprake is van geluidbelasting als gevolg van de werkzaamheden, scoort het ontwerp negatief (-) op het aspect geluid.
Lucht
Omdat het project gedeeltelijk met elektrisch materieel wordt uitgevoerd, is er geen significante tijdelijke toename van de fijnstof en stikstofdioxideconcentraties te verwachten. De score voor het effect op lucht is neutraal (0).
Trillingen
Tijdens de werkzaamheden wordt het heavescherm in de grond getrild. Dit zorgt voor trillingshinder. De trillingshinder vindt alleen tijdens de uitvoering van het project plaats. De werkzaamheden vinden doorgaans op weekdagen tijdens de daguren plaats (dus niet in het weekend). Daarbuiten is geen trillingshinder te verwachten. Vanwege het nabijgelegen dorp Doeveren zal in dijkvak 3 en 4 de trillingshinder voor de meeste overlast zorgen.
Er liggen geen trillingsgevoelige objecten, zoals oude bebouwing, dichtbij de dijk.
Omdat er sprake is van trillingen als gevolg van de werkzaamheden, scoort het ontwerp negatief (-) op het aspect trillingen.
Woon- en leefomgeving
Het verkeer in de omgeving ondervindt naar verwachting hinder van de werkzaamheden. Zo zullen de fietsroute op de dijk en een deel van de Heusdenseweg tijdelijk niet bereikbaar zijn. Boerderijcamping “de Linde” zal tijdelijk niet bereikbaar zijn via de Heusdenseweg. Deze is wel te bereiken via de Provincialeweg. Wanneer de Heusdenseweg wordt afgesloten, is sprake van een omrijdafstand van circa 4 km voor het gemotoriseerde verkeer en fietsverkeer. De hinder treft met name bewoners en recreatief verkeer.
Door de hinder op verkeer scoort het ontwerp op dit aspect negatief (-).
Wat is er onderzocht?
Onderzocht is of het ontwerp van de dijk gevolgen heeft voor de waterstand in de Maas.
Wat zijn de effecten en hoe beperken we die?
Het ontwerp wijzigt niets aan de afmetingen van de dijk. Daarom is er geen waterstandverhogend of waterstandsverlagend effect in de Maas als gevolg van het ontwerp. Een uitzondering hierop is het realiseren van een hoogwatervluchtplaats voor de bever in het buitentalud. Hiervoor wordt een zone in de dijk gerealiseerd waar de bever mag graven bij hogere waterstanden, om te voorkomen dat hij elders gaat graven.
De hoogwatervluchtplaats moet aantrekkelijk zijn voor de bever om naartoe te vluchten. Dit kan door het aanplanten van laagblijvend struikgewas. Dit veroorzaakt een minimale waterstandsverhoging. De score voor het aspect waterstand van de Maas is neutraal (0).