Aanvullingen op onderzoeksvragen
We wilden iedereen hiervoor de kans geven tijdens de inloopbijeenkomst van 16 maart. In verband met het corona virus hebben we deze bijeenkomst helaas moeten annuleren. Dit betekent niet dat u geen input meer kan leveren, we moeten dit alleen op een andere manier gaan organiseren als waterschap. Samen met de begeleidingsgroep hebben we ervoor gekozen om een steekproef in het gebied te houden. We gaan bij verschillende belangen (landbouw, natuur en bewoners) in het gebied toetsen of de huidige situatie zoals die nu in het model is ingevoerd klopt met de werkelijkheid. We kiezen hiervoor de kritische plekken in het gebied aangegeven door belanghebbenden, begeleidingsgroep en technici. Zodra de gesprekken geweest zijn (week 13 en 14) kunt u de informatie hier terugvinden.
Ja. Met behulp van hydrologische formules is berekend dat op een afstand van 500 m van de Maas na maximaal 2 jaar vrijwel het volledige effect van het nieuwe Maaspeil op de grondwaterstand is bereikt. Naarmate de afstand tot de Maas groter wordt, hebben lokale sloten en drainagestelsels een grotere rol waardoor de invloed van de peilopzet van de Maas steeds verder wordt afgevlakt. Op een afstand van 2 kilometer vanaf de Maas is geen significante invloed van het nieuwe Maaspeil meer te zien.
Aangezien de maaspeilverhoging al in 2013 heeft plaatsgevonden is de huidige situatie in het grondwatermodel al aangepast aan het hogere Maaspeil.
Ja, er zijn meerdere kleilagen meegenomen in het model. De kleiafzetting ter plaatse van de Lage Raam is meegenomen, maar ook klei- en of leemlagen die verder weg van de Lage Raam liggen.
Deze vraag hebben wij toegevoegd aan de onderzoeksvragen voor stap 2: het in beeld brengen van de veranderingen. De resultaten hiervan volgen in de tweede werkbijeenkomst.
De effecten op bomen en tuinen worden individueel bekeken. Ook houden wij daar rekening mee in het spoor over schadeafhandeling. We gaan hier dieper op in tijdens de tweede werkbijeenkomst.
Deze vraag kan niet vanuit de modelstudie beantwoord worden, maar vraagt om beoordeling door een deskundige, i.s.m. grondgebruikers. Deze vraag wordt meegenomen in het spoor schadeafhandeling en wordt teruggekoppeld in de tweede werkbijeenkomst.
Ja, dit gaan we doen en kan op verschillende manieren, wij horen graag welke manier het meest aansluit bij de behoefte. Meer informatie hierover onder het kopje ‘monitoring’ op deze website.
Ja, het meetnet is begin 2020 uitgebreid met extra peilbuizen. Hiermee is een zeer uitgebreid meetnet ontstaan dat een goede basis geeft voor de monitoring van de grondwaterstanden in het projectgebied. Meer informatie hierover onder het kopje ‘monitoring’ op deze website.
Grondgebruik wordt bepaald aan de hand van LGN (Land Gebruik Nederland) kaarten. Daarop is grondgebruik van de afgelopen jaren geregistreerd. De lijn is om zowel vooraf als achteraf afspraken te maken over hoe we omgaan met schade. Voor beide wordt een voorstel uitgewerkt en besproken in werkbijeenkomst 2.
Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om het gehele gebied rondom de Lage Raam, tussen de Hoge Weg en de Maas zomaar ‘onder water’ te zetten. Hoe wegen we dit af?
Er is niet één vast criterium om vooraf te bepalen onder welke voorwaarde het plan wordt uitgevoerd. Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt in beeld gebracht wat de positieve en negatieve effecten zijn per variant (aan de hand van berekening getrapte peilopzet).
De nieuw te bouwen stuw Egweg komt in eerste instantie op het huidige peilniveau te staan. Binnen het project zijn we op zoek naar een optimum tussen enerzijds het grondgebruik binnen de functie van het gebied en anderzijds de wens om een toekomstbestendig en klimaat robuust watersysteem te maken. Er is nu op veel plaatsen sprake van verdroging. Om die verdroging te bestrijden is peilverhoging noodzakelijk. Tot hoever het peil in de Raam en Biestgraaf omhoog kan is dus een afweging van meerdere belangen (natuur, landbouw én bebouwing).
We bepalen aan de voorkant de benodigde peilen en effecten voor de verschillende belangen en de beheermarge. We monitoren achteraf na inzet wat er gebeurt met de peilen en grijpen in als nodig. Dit kan zijn het naar beneden bijstellen van het peil maar ook het treffen van (extra) mitigerende maatregelen.
We spreken aan de voorkant af wat het peil moet zijn en onder welke condities. Achteraf kijken we of ook bereikt wordt wat is voorspeld. We stellen het peil in stappen in en bouwen de stuw zo dat t.b.v. piekafvoer het waterpeil altijd teruggebracht kan worden naar het huidige niveau. Met de regelbare stuw kan ook worden geanticipeerd op actuele situaties (erg droog of erg nat). Daarvoor spreken we beheermarges af waarmee we kunnen inspelen op de actualiteit.
Ja, dat doen we door in stappen het peil op te zetten en te monitoren wat er gebeurt.