Plaagsoorten en exoten
Als we de natuur haar gang laten gaan, komt alles toch goed? Nee, in de praktijk is dat helaas anders. Geven we de natuur vrij spel, dan raken sloten en beken verstopt, dijken verzwakt en neemt de waterkwaliteit af door het verlies van biodiversiteit. We moeten de natuur dus een handje helpen. We besteden veel geld aan het bestrijden én voorkomen van overlast door plaagsoorten.
Plaagsoorten
De natuur is prachtig en ook behoorlijk zelfredzaam, maar er zijn ook natuurlijke stoorzenders. Die noemen we plaagsoorten: planten en dieren die ons hinderen in onze wettelijke waterschapstaken. Een deel van deze plaagsoorten hoort überhaupt niet in de Nederlandse natuur thuis. Het zijn zogenaamde invasieve exoten, ofwel soorten uit andere delen van de wereld die zich in Nederland erg welkom voelen omdat ze hier geen natuurlijke vijanden hebben. En omdat onze winters relatief zacht zijn.
Unielijst van de EU
Bij Aa en Maas zijn we gastvrij ten opzichte van nieuwkomers, maar niet als ze de natuur in ons gebied schade toebrengen. Soorten met een negatieve invloed op het waterbeheer bestrijden we. Veel van deze soorten vinden we op de zogeheten Unielijst van de EU. Om te voorkomen dat deze soorten zich verspreiden, mag je de soorten op deze lijst niet bezitten, verhandelen, kweken, transporteren en importeren. Sterker nog: EU-lidstaten zijn verplicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en te verwijderen. Lukt dat niet, dan moeten lidstaten plaagsoortenpopulaties dusdanig beheren dat de schade zo veel mogelijk beperkt blijft.
Niet al onze plaagsoorten staan overigens op de Unielijst. De Japanse duizendknoop staat er bijvoorbeeld niet op. Waarom niet? Omdat het niet waarschijnlijk is dat het op de lijst zetten van die duizendknoop leidt tot een positieve verandering. Niettemin beschouwen we deze ‘zorgsoort’ als ongewenst – en gaan we ‘m met proportionele middelen te lijf.
Onze belangrijkste probleemsoorten
Muskusratten en beverratten zijn een probleem in onze watergangen, vanwege hun graafgedrag. Deze dieren worden bestreden door een aparte dienst: de muskusrattenbestrijding. Wij richten ons vizier vooral op planten. Zoals de al genoemde Aziatische duizendknopen (Japanse, Sachalinse of Boheemse duizendknoop), de reuzenberenklauw (uit de Kaukasus), de grote waternavel (uit Noord- en Zuid-Amerika) en niet te vergeten de watercrassula (uit Australië en Nieuw-Zeeland).
De laatste twee vormen dikke matten op het wateroppervlak. Zonlicht kan dan niet meer doordringen onder water, waardoor andere waterplanten geen kans meer hebben. Als die afsterven neemt ook de hoeveelheid zuurstof onder water af. Kleine waterbeestjes die van de planten leven verdwijnen, en voor vissen wordt het ook erg moeilijk. De biodiversiteit neemt dan af. Ook kunnen plaagsoorten zorgen voor verstopping van duikers, waardoor doorstroming wordt gehinderd. In watergangen waar deze soorten voorkomen, verwijderen we – mits dit verantwoord kan – de planten meerdere keren per jaar en voeren we het materiaal zorgvuldig af. Het is van groot belang dat dit erg voorzichtig gebeurt, omdat elke snipper van een plant ergens anders weer een nieuwe besmetting kan veroorzaken. De hoeveelheden die we verwijderen zijn gigantisch. We zoeken naar duurzame opties voor de verwerking.
Waternavel als voer voor de wormen
Als experiment voerden we grote waternavel aan wormen. Die blijken niet alleen dol op waternavel, maar ze scheiden ook een soort compost uit waarin de stikstof nog gebonden is. Win-win-win dus: de hoeveelheid waternavel vermindert, de kosten voor het afvoeren verminderen en de bodemkwaliteit verbetert.
Wat kan ik zelf doen?
Vaak zijn plaagsoorten ons land binnengekomen als sierplant voor in de tuin, of als vijver- of aquariumplant. We kunnen het daarom niet vaak genoeg benadrukken: gooi snoeiafval en aquariumplanten NOOIT weg in de natuur. Gooi ze bij het restafval, dus niet eens in de groenbak.
Zie je een invasieve exoot woekeren, blijf er dan van af. Er is namelijk weinig voor nodig om een verspreiding op gang te helpen. Een stukje plant van slechts millimeters kan alweer uitgroeien tot een volledig nieuwe plant. Zeker in waterlopen is het risico op verdere verspreiding enorm.
Meld plaagsoorten
Denk je een plaagsoort te hebben gezien in of bij een van onze waterlopen? Meld dit dan bij ons via info@aaenmaas.nl of 088 -178 80 00.
Vragen? Wij helpen je graag!
- Telefoon
- 088 - 17 88 000
- info@aaenmaas.nl